Zó verwijder je gifstoffen uit je lichaam

Als we onze hele gezondheid willen aanpakken, dan moeten we kijken naar beweging, voeding en geestelijke gezondheid. Alles staat met elkaar in verbinding en het één kan zeker niet zonder het ander. Daarom is het belangrijk hoe jij je lichaam van de buitenkant behandelt en van de binnenkant. Vandaag nemen we de gifstoffen onder de loep.

Ons lichaam is een sterk gestel en van een beetje gifstoffen ga je niet dood. Het is een geolide machine, maar zorg er wel voor dat je zo min mogelijk in aanraking komt met gifstoffen. Toch is dit niet altijd gemakkelijk. Denk aan toevoegingen aan eten, beauty-producten (ook deodorant bijvoorbeeld of dagcrème) en sigarettenrook. Wanneer het lichaam vergiftigd wordt, produceert het automatisch meer vrije radicalen, wat de celstructuur kan veranderen. Deze verandering kan weer leiden tot kanker en andere ziektes. Niet oké dus, maar wat kun je er nou tegen doen? Laten we in ieder geval ons best doen om deze gifstoffen te verwijderen.

Kool Er is onderzoek gedaan naar de connectie tussen 'koolsoorten' en 'het verwijderen van gifstoffen uit het lichaam'. Wat bleek? Een dagelijkse portie broccoli, bloemkool, spruiten, witte kool, rode kool, boerenkool, radijs en waterkers doet wonderen. Ze gaan namelijk in gevecht met de vrije radicalen! Daarbij wordt wel gezegd dat je 't het beste rauw kunt eten. Niet per se lekker, maar verwerk het dan eens in bijvoorbeeld een smoothie. Mannen hebben hier overigens meer moeite mee dan vrouwen, maar steeds meer topsporters doen het. Probeer het eens, het is ook een kwestie van wennen.

Ui en knoflook Ui en knoflook: allebei varianten van de lookfamilie. Bevatten zeer veel phytonutriënten en anti-oxidanten en zijn zeer geschikt voor het afvoeren van zware metalen, virussen (knoflook is een goed alternatief voor antibiotica, tot op bepaalde hoogte natuurlijk), gisten en parasieten. Daarnaast barsten ze van de vitaminen en mineralen en zijn dus ook een goede booster voor het immuunsysteem. Uien bevatten overigens veel chroom, wat weer goed is om het bloedsuikerlevel stabiel te houden.