Als het lichaam te weinig kalium heeft, scheiden de nieren zo min mogelijk kalium uit. Als er te veel kalium is, wordt dat voor ongeveer negentig procent uitgeplast. De rest verlaat het lichaam via de ontlasting.
Een tekort aan kalium komt normaal niet voor. Alleen bij hevig braken en ernstige diarree en door het gebruik van bepaalde plastabletten kan een tekort aan kalium ontstaan. De verschijnselen van een tekort aan kalium zijn: verminderde eetlust, spierzwakte, misselijkheid, lusteloosheid en gevaarlijker nog, hartritmestoornissen!
Veel voedingsmiddelen bevatten kalium. Daarom levert een gezond en gevarieerd dieet voldoende kalium op. Kalium komt vooral voor in groente en fruit (citrusvruchten, meloen, bananen, kiwi's, pruimen, en abrikozen), aardappelen, vlees en vis. Zalm, kabeljauw, bot, en sardines zijn goede bronnen van kalium. Het mineraal komt ook in brood, melk en noten voor. Sojaproducten en vegetarische hamburgers zijn ook goede bronnen van kalium.
Als je bloeddrukverlagers of plastabletten gebruikt, kan je lichaam behoefte hebben aan extra mineralen, waaronder kalium.