Je BMI meten of niet? Het blijkt niet alles over je gezondheid te zeggen

Een aantal jaar geleden, toen er prompt een 'Sonja Bakker'-boek op de keukenplank verscheen, werd ik nieuwsgierig naar het wel en wee van diëten.

Vlug pakte ik m'n rekenmachine erbij en begon ik driftig m'n BMI te berekenen. Een vriendin van mij liep toentertijd bij een diëtist en ook zij was druk in de weer met haar BMI. "Wat is die van jou?" "Ja, mijn diëtist zegt dat m'n BMI echt omlaag moet." Wow, die Body Mass Index is blijkbaar een focuspunt. Toch blijkt dat we ons er niet op moeten vastpinnen, ontdekte ik in een artikel van het AD.

Het zegt namelijk helemaal niet zoveel over of het een gezond gewicht betreft, zo concludeert de NHS, de Nationale Gezondheidsdienst van Engeland. Wat het BMI nou precies is? Het is een rekensommetje voor het gewicht in verhouding tot je lichaamslengte. Maar waar dus niet naar wordt gekeken is de spiermassa en de hoeveelheid lichaamsvet dat je hebt.

Lichaamsvet moet op een andere manier worden gemeten. Een 'dun' persoon kan een prima BMI hebben, maar toch veel vet bezitten. Zelfs vet wat je op het oog niet kunt zien; het vet dat zich rond de organen heeft genesteld en niet gezond is.

Wetenschappers van de Universiteit van Manitoba (Canada) heeft de gezondheidsgegevens van ruim 50.000 volwassenen onder de loep genomen. Mensen met een laag BMI en juist veel lichaamsvet, lopen meer kans om op jonge leeftijd te overlijden. Nog gekker: mensen die volgens het BMI 'overgewicht' hadden, bleken best fit en gezond te zijn. Het onderzoek is wel gebaseerd op de al wat oudere volwassenen. Er mag in dit geval niet naar kinderen of pubers gekeken worden, aangezien zij nog in de groei zijn. Wel blijft het een goede methode om statistische gegevens van de bevolking te verzamelen.