De chemische opbouw van eiwitten zijn ketens van aminozuren. Als er eiwitten worden gegeten, verteerd het maag-darmkanaal de eiwitten. Na de vertering zijn de ketens van aminozuren afgebroken tot kleine stukjes die bruikbaar zijn voor het lichaam. Eiwitten zijn bedoeld als bouwstof voor het lichaam, maar kunnen ook energie leveren. Spieren, botten, huid en bloedvaten bestaan voor een groot gedeelte uit eiwitten. De celmembraan bestaat o.a. uit eiwitten, deze geeft de celmembraan vorm en stabiliteit. In de celmembraan spelen eiwitten een belangrijke rol als transporteiwitten voor stoffen die door de celmembraan moeten worden vervoerd. Enzymen, diverse hormonen, vele neurotransmitters en immunoglobulinen bestaan uit eiwitten. De meeste receptoren bestaan uit eiwitten, deze zijn belang voor uitvoering van de functie van hormonen en neurotransmitters. Het darmslijmvlies wordt elke 3-6 dagen volledig vernieuwd, dit is een voorbeeld van opbouw en herstel van weefsel. Er zijn voor deze opbouw en herstel veel aminozuren nodig. Er bestaan 2 soorten eiwitten, dierlijke en plantaardige. Dierlijke eiwitten zijn o.a. vlees, wild, vis, schaal- en schelpdieren, gevogelte, eieren, insecten en zuivelproducten.
Plantaardige eiwitten zijn o.a. kokos, noten, zaden, paddestoelen, granen en peulvruchten. Het verschil tussen dierlijke en plantaardige eiwitten is met name de biologische waarde, dit is kwaliteit van de eiwitten. Over het algemeen hebben dierlijke eiwitten een hogere biologische waarde t.o.v. plantaardige eiwitten.
Een tekort aan eiwitten in het lichaam kan op termijn resulteren in:
1. Afbraak van spierweefsel en darmslijmvlies
2. Huidklachten
3. Haaruitval
4. Vermoeidheid
5. Verminderde weerstand
6, Mogelijk zelfs psychische klachten