De artisjok komt van oorsprong uit Perzië en Turkije en is vanuit deze landen het hele jaar door verkrijgbaar. De artisjok wordt van mei tot en met november met name geïmporteerd vanuit Frankrijk en wordt ook op kleine schaal in Nederland geteeld.
- 1 verse artisjok
- 1 ansjovisfilet
- 1 teen knoflook
- 3 el citroensap
- Scheut olijfolie
- Zout en peper
- Paar bladeren basilicum
1. Snijd de steel van de artisjokken af en knip eventuele bruine puntjes van de bladeren af.
2. Wrijf het snijvlak even in met een partje citroen.
3. Kook de artisjokken ondersteboven in een pan met ruim water met wat citroensap en een beetje zout in ongeveer 20-35 minuten gaar.
4. Als je een blaadje redelijk makkelijk los kunt trekken is de artisjok gaar.
5. Giet af boven een vergiet en laat ondersteboven uitlekken.
6. Pureer de knoflook en citroensap met elkaar in een kommetje en voeg een scheutje olijfolie toe.
7. Voeg de ansjovis in stukken toe en breng op smaak met peper en zout.
8. Serveer dit lekkere hapje met een blaadje van basillicum op de artisjok en smullen maar.
Ik raad je aan om de artisjokken binnen 24 uur (max) na het koken op te eten. Van de artisjok eet je alleen de onderzijde, het zachte gedeelte, van de blaadjes op. Eventueel dus samen met een garnering of saus. Zodra alle blaadjes van de bloem zijn snijd je de overgebleven haartjes van het hart af, deze zijn namelijk niet eetbaar. Het hart van de artisjok is zacht van smaak en kan je in zijn geheel consumeren.